Een cultfilm in de dop. Zo kun je Under the Silver Lake toch wel samenvatten. Of het zo zal gaan als bij The Big Lebowski, die andere Los Angeles dwaalfilm met personages die geen echt doel in het leven hebben en waar dingen gewoon ‘gebeuren’, is de vraag. Maar de potentie is er zeker. Net als het genoemde illustere voorbeeld sluit UtSL aan bij een filmgenre waarin de City of Angels (en de City of Dreams) eigenlijk het hoofdpersonage is. Een wereld waarin alles mogelijk is en het echte leven ver weg. Denk aan voorgangers als The Long Goodbye, Chinatown, The Big Sleep en natuurlijk Mulholland Drive. Vreemde personages, bizarre feestjes, hallucinerende muziek en onwaarschijnlijk lege plekken middenin de grote stad.
Naast bij deze andere LA-films haakt Under the Silver Lake nadrukkelijk aan bij het oeuvre van Alfred Hitchcock. Letterlijk bij Rear Window (de filmposter hangt aan de muur en Sam tuurt met camera vanaf het balkon naar zijn buren) maar qua sfeer meer bij Vertigo. Ook door de erg aan Bernard Hermann denkende muziek waan je jezelf vaak in een Hitchcockfilm inclusief de mysteries, de personages met onduidelijke motieven en meerdere MacGuffins. En met Hitchcock volgt Brian de Palma natuurlijk ook direct. Vooral Body Double is een referentie maar er zijn ook parallellen met Obsession en Dressed to Kill .
Andrew Garfield is Sam, een complotdenker die gelooft dat de rijken der aarde de media gebruiken om geheime boodschappen te versturen en zo de wereld te controleren. Zijn bijbel is The Codebreakers, het boek van David Kahn uit 1967 over de geschiedenis van de cryptografie. Hij gaat op ontdekkingstocht, beginnend bij de verdwijning van zijn mooie buurvrouw, en belandt zo van de ene in de andere bizarre situatie. In een directe link met Alice in Wonderland begint zijn tocht met het volgen van een wit konijn, in dit geval een witte Volkswagen Rabbit. Hij ontdekt een hele serie verborgen boodschappen, zichzelf afvragend waarom niemand anders deze sleutels ziet. Maar waar de meeste complotdenkers vooral bezig zijn zichzelf te wentelen in hun eigen gelijk, terwijl de werkelijkheid anders is, daar heeft Sam daadwerkelijk iets te pakken. Al zijn er zeker ook een aantal red herrings, waardoor Sam (en ik) voortdurend zoekende is of iets een aanwijzing is of een false flag. Zijn reis is zowel een ode aan de film noir als de suspense en horrorfilms uit de gouden Hollywoodjaren. Under the Silver Lake speelt in het nu maar voelt vaker alsof je in het jaren 20 tijdperk van The Great Gatsby zit. Die vermenging van periodes en de tijdloosheid die daardoor ontstaat is het sterkste punt van de film.
Het grootste probleem van Under the Silver Lake is de rol van de vrouw. Wat regisseur David Mitchell ermee wil zeggen, is niet duidelijk, maar elk vrouwelijk personage wordt geobjectiveerd en dient uitsluitend als eye candy, sekspartner of slachtoffer. Ze krijgen geen verdieping en worden met het grootste gemak tevoorschijn getoverd en weer overboord gezet. Vaak zijn ze topless of naakt wat deze male gaze alleen maar versterkt. Niets tegen naakt maar het voelde al met al nogal ongemakkelijk. Slacker Sam wordt voortdurend smachtend aangekeken door mooie vrouwen die hem een zetje geven in de plot of, als een Sirene in de Odyssee, op een dwaalspoor brengen. Dit zou je natuurlijk kunnen relativeren als alles een droom/hallucinatie is van Sam, voor wie dit avontuur een grote nervous brakedown zou kunnen zijn. Als alles uit zijn eigen geest komt dan is ook alles mogelijk. Toch doet die male gaze, die ook ergens letterlijk benoemd wordt, de film wat mij betreft geen goed.
Los van deze misser is Under the Silver Lake een prachtige ode aan Hollywood. Een film die je vaker op zet om jezelf te wentelen in de bizarre wereld van Los Angeles, een stad die zowel een canvas is als een personage. Een boosaardig personage, dat wel, dat haar dromende en naar erkenning smachtende inwoners met liefde lijkt op te slokken. Een stad waar niets is wat het lijkt en waar het wemelt van de konijnenholen.