Charlie Chaplin en Ernst Lubitsch wisten al tijdens WOII dat een dictator maar het beste geparodieerd kan worden. The Great Dictator en To Be or Not to Be zijn vroege voorbeelden van een satire over een megalomaan leider van een totalitair regime. Woody Allen deed er met Bananas (over een fictieve Castro-achtige leider) nog een schepje bovenop. Ian McKellen schitterde in Richard III als fictieve fascistische jaren-dertigdictator. Een documentaire als The Autobiography of Nicolae Ceaușescu toont dat het soms niets eens nodig is om grappen te maken of absurde situaties te ensceneren. Het absurdisme ligt daarin voor het oprapen. Er zijn zeker uitzonderingen. Vincere is een serieuze biopic over Benito Mussolini en Der Untergang, Valkyrie en Moloch zijn voorbeelden over Adolf Hitler. Maar ook daarin is absurdisme nooit ver weg, zeker niet in de fameuze performance van Bruno Ganz in Der Untergang (nog een losjes overgedaan in Ingloriuous Basterds). In The Death of Stalin is de Russische partijleider Josef Stalin het onderwerp. Of liever gezegd, de kliek van oudere mannen die op zijn positie azen als hij het loodje legt.
Het is maart 1953 als Stalin gevonden wordt, liggend op een tapijt in zijn datsja. In urine gedrenkt, wordt hij al snel omringd door een kleine horde handlangers van het Centraal Comité. De eerste die arriveert, is Beria, het meedogenloze hoofd van de veiligheidsdienst NKGB (de latere KGB). Hij wordt gevolgd door Malenkov (die Stalin op zou moeten volgen maar daar eigenlijk helemaal niet op zit te wachten) en Chroesjtsjov (die zo heeft gehaast dat hij zijn pyjama draagt onder zijn pak). Ministers Kaganovich, Mikoyan en Bulganin volgen. Molotov is er nog niet omdat die eerst aan zijn eigen hachje moet denken. Geen van allen kunnen ze zich een Rusland zonder Stalin voorstellen. Tegelijkertijd weten ze dat dit een unieke kans is om zelf op de Olympus te staan. Maar wanneer kom je in actie? Stalin is nog niet dood en wee degene die te snel gehandeld heeft, mocht Josef weer opstaan. Helaas zijn de meeste artsen in Moskou op Stalins bevel afgevoerd en vermoord. Het gevolg is dat de dictator alsnog sterft. En met hem de complete staf van zijn datsja en zijn dubbelgangers.
Aan fatsoensnormen wordt niet gedaan in de onbetamelijke, bloedige, smakeloze en giftige cocktail waarin deze historische personages gegooid worden. Werkelijk alles en iedereen wordt beledigd, van Stalin en zijn politieke kliek tot een instituut als de kerk, moedertje Rusland en zelfs de bijna heilig verklaarde generaal Georgi Zjoekov. Tegelijkertijd is de waarheid nooit ver weg. Lavrenti Beria, Georgi Malenkov en Nikita Chroesjtsjov vochten daadwerkelijk om de troon en ook Zjoekov drong zich naar voren. Chroesjtsjov wist die strijd uiteindelijk te winnen tot ook hij aan de kant werd geschoven en Leonid Brezjnev hem opvolgde.
The Death of Stalin is een heerlijke mix van absurdisme, satire en politieke geschiedenis met een topcast aan acteurs. Jeffrey Tambor is de aarzelende Malenkov die eigenlijk niet weet hoe te handelen en zich ervan bewust is dat hij door een mijnenveld loopt. Steve Buscemi daarentegen danst er als de opportunistische Chroesjtsjov doorheen. Michael Palin is Vjatsjeslav Molotov, de oude bondgenoot van Stalin die zijn baas als een trouwe hond blijft verdedigen. Stalins kinderen Svetlana (Andrea Riseborough, oa van ZeroZeroZero en Oblivion) en Vasily (Rupert Friend, Quinn in Homeland) zijn kansloos in dit machtsspel. De ster van de show is echter Simon Russell Beale die als de nietsontziende en duivelse Beria elke scene en tegenstander opvreet. Totdat ook hij het af moet leggen tegen de gewiekste Chroesjtsjov.