Toen de film in de bioscoop verscheen was mijn eerste reactie: waarom in hemelsnaam nog een re-imagining van Spiderman? Maar ja, dan wordt je uiteindelijk toch nieuwsgierig hoe nieuwelingen Marc Webb (al zie ik dat hij 500 Days of Summer ook gemaakt heeft) en Andrew Garfield (die ik vooral ken van de Red Riding Trilogy) het ervan afbrengen.
Om te beginnen moet je vaststellen dat Spider-Man in eerste instantie gewoon een geldmachine is voor Sony Pictures. Toen Sam Raimi er klaar mee was wilde dat niet zeggen dat Sony van plan was het spandex pakje van Peter Parker in de kast te hangen. Hoewel ik graag wat meer creativiteit zou zien bij de grote studio’s is het voor hen een simpel gegeven: jonge bioscoopgangers, vooral in de VS, zijn verslaafd aan comicbook helden. Dus krijgen ze die.
Deze versie biedt niets anders dan wat Raimi al gedaan heeft, op wat verschillen in toon na. Zo maakt Spider-Man veelvuldig gebruik van zijn mobiele telefoon, wat het karakter wat meer aardt in onze tijd. De eerste helft van de film is vrijwel een kopie van de versie uit 2002, tot aan de dood van Uncle Ben door Peters lakse houding ten aanzien van een overvaller. Al hebben de scenarioschrijvers er wel een stukje voor geplakt over Peters ouders die verdwenen toen hij klein was, en een vader die een wetenschappelijk genie bleek.
In de tweede helft wordt een nieuwe tegenstander voor Spider-Man gelanceerd, maar die is inwisselbaar ten opzichte van zijn voorgangers. Parker heeft overigens wel een nieuw vriendinnetje. Deze Gwen Stacy (Emma Stone, van Easy A) heeft echter nauwelijks wat te doen, anders dan Parker in conflict brengen met haar politievader. Garfield is overigens prima als Peter Parker, beter zelfs dan Tobey Maguire. Zij het wat minder nerderig. En Webb laat zien dat een blockbuster ook bij hem in goede handen is. Maar wat overblijft is vooral het gevoel dat je genept wordt. Ik zit naar een totaal overbodige film te kijken waar heel veel mensen heel veel energie in hebben gestoken, die ze beter voor wat anders hadden kunnen gebruiken. Al wist ik dat uiteraard toen ik er aan begon.