De meeste grote filmsterren hebben een ding gemeen: hun doorbraak hebben ze te danken aan één film. Dit geldt ook voor Mel Gibson, al is het eigenlijk een trilogie. De saga van de road warrior is het verhaal van een man met een missie die zich nergens door laat afstoppen.
Onder Gibsons vroege successen vallen ook films als Gallipoli en The Year of Living Dangerously, maar het zijn toch vooral de Mad-Maxfilms die zijn naam hebben gevestigd. De zwijgzame strijder die zonder veel omhaal of machtsvertoon zaken recht zet in een wereld waaruit alle leven verdwenen lijkt. Het post-apocalyptische genre is in fictie al sinds de negentiende eeuw aanwezig met onder andere werk van Mary Shelley, Edgar Allan Poe en H. G. Wells. In de twintigste eeuw ging dat door met een explosieve stijging van romans en films die zich afspelen in een wereld waarin zich een ramp heeft voltrokken en waarin de weinige overlevenden zich moeten zien te redden. Het is een vrij breed geaccepteerd standpunt dat in een dergelijke wereld eeuwen van beschaving overboord gegooid worden om plaats te maken voor barbarisme en het recht van de sterkste. Auteurs als J. G. Ballard, Richard Matheson en Stephen King wierpen zich op het genre. Regisseurs maakten bewerkingen van deze SF-romans (denk aan de verfilmingen van Matheson’s I Am Legend en King’s The Stand, maar ook Pierre Boule’s Planet of the Apes), maar het leverde ook originele visies op als Escape from New York en The Terminator.
Mad Max (1979)
Maar in 1979 verscheen er een film die dit genre een ongekende boost gaf en als vlaggendrager te zien is van genrefilms die de Australische cultuur centraal stelden in de jaren zeventig en tachtig: de Ozploitation. Regisseur George Miller ontmoette de jonge producent Byron Kennedy toen hij nog werkte als arts op de Eerste hulp. Het verhaal gaat dat Miller daar zoveel Australische tieners voorbij zag komen die gewond waren geraakt in auto-ongelukken dat hij er het idee kreeg voor een film. Hij concludeerde dat de mens er vrijwel alles voor over heeft om mobiel te blijven. De oliecrisis van 1973 zette die afhankelijkheid van olie zwaar onder druk en Miller zag dat de gemoederen in de lange rijen voor de pomp flink verhit raakten. Escalatie van die situatie lag altijd op de loer en voor Miller was het slechts een kleine stap naar een verhaal waarin er op leven en dood gevochten werd om de laatste resten olie op aarde. Om de geloofwaardigheid te verhogen werd besloten deze strijd te situeren in een dystopische wereld. Miller en Byron hebben goed gekeken naar de lowbudgetgeweldsfilms van Roger Corman (vooral Death Race 2000) en de effectieve horror van Wes Craven (denk Last House on the Left) maar door de injectie van een flinke dosis Australisch machismo en seksuele repressie – er is nauwelijks een vrouw te bekennen in deze door staal, benzine en leer beheerste wereld – weten de makers een unieke wereld neer te zetten.
Gibson is Max Rockatansky, een verkeersagent bij de Main Force Patrol (MFP). Max is een ster in het opjagen en oppakken van criminelen maar zijn prioriteiten liggen thuis, bij vrouw Jessie (Joanne Samuel) en hun zoontje. Maar als de ontsnapte crimineel The Nightrider in een autoduel met Max om het leven komt zweert een lokale motorbende onder leiding van Toecutter (Hugh Keays-Byrne) wraak, eerst op Max’ partner en dan op zijn gezin. De plot van Mad Max is simpel en wijkt zelden af van de rechte wraaklijn, maar het belang zit ‘m vooral in wat Miller en Kennedy ermee doen. Met een minimum aan budget en dialogen en een maximum aan actie en atmosfeer ontstond een film die je als blauwdruk kan zien voor vele actiefilms die zouden volgen. Hoewel het duidelijk is dat het werk van de makers zich vooral concentreerde op de stunts en auto-achtervolgingen is het belangrijk te realiseren dat de opgeroepen spanning precies daaruit voortkomt. Als kijker vergeet je die plot al snel als je ondergedompeld wordt in de actie door de camera’s die op motorkappen zijn gemonteerd en door de uiterst effectieve montage die werkelijk alles uit de botsingen weet te wringen. Voor diegenen die er oog voor hebben valt er in Mad Max overigens prima een subplot naar de homoseksuele zoektocht van Max Rockatansky te ontwaren. Door de transformatie die Max ondergaat, van Man der Wet tot Engel der Wrake, posteert Mad Max zich naast die andere zwijgzame en immer populaire held uit de Hollywoodfilm: de revolverheld die op zijn paard het verhaal uitrijdt, de zonsondergang tegemoet. Al is Gibson duidelijk meer een Eastwood dan een Wayne.
The Road Warrior (1981)
Na het succes van de eerste film kreeg Miller de kans om, met een groter budget, een vervolg te maken op Mad Max dat de eerste film zou overtreffen zonder in herhaling te vallen. Hij slaagde wonderwel in die opzet. The Road Warrior (1981) weet het vuur van zijn voorganger vast te houden en tegelijkertijd de daarin centraal staande wereld uit te bouwen. De sobere dystopische samenleving uit de eerste film is hier doorgewoekerd tot een barbaars post-apocalytisch landschap waarin, in de jacht naar olie, alles geoorloofd is. De actiescènes zijn werkelijk spectaculair, met voorop de jacht op Max’ truck die maar voortjaagt en van alle kanten belaagd en beschermd wordt.
The Road Warrior is een schoolvoorbeeld van een actiefilm die geen tijd verdoet met dialogen of een complex plot maar voortdendert als een stoomwals en het landschap en de mensen daarin meesleurt naar een onbekende toekomst. Met als kapitein een zwijgzame maar vastberaden held in zwart leer. Gibson was pas 26 tijdens het maken maar zet een iconische performance neer die, net als de film zelf, na ruim 30 jaar nog steeds even sterk is.
Mad Max: Beyond Thunderdome (1985)
De derde film is nog groter qua ambities maar neemt gas terug als het om puur geweld gaat. De desolate grottenwereld van de weeskinderen en de nederzetting Bartertown vormen opnieuw een verrijking van het Mad Max thema. De kinderen zien Max als een langverwachte redder waarmee de vergelijking met Jezus zo getrokken is. Hun bewondering en roep om aandacht en bescherming brengen een vaderlijke kant naar boven in Max, die weinig zin meer heeft terug te keren naar het gevaar dat er buiten deze gemeenschap wacht. De schijnbare breuk met de voorgangers werd Miller niet in dank afgenomen maar Beyond Thunderdome is op meerdere vlakken juist een consequente uitbouw van de eerdere delen. De gemeenschap die zich in de woestijn heeft teruggetrokken en volledig autarkisch is, vormt een logisch eindpunt. Miller gooit alle creatieve remmen los in het typeren van de personages en de ruimtes waarin ze leven. Ook op stuntgebied toont hij zich virtuoos met als climax een achtervolgingsscène die een gooi doet naar de spectaculairste van de trilogie. Ook de scepsis waarmee de rol van Tina Turner werd begroet bleek onterecht. Ze zwiept haar charmes en maniakale persoonlijkheid met zichtbaar genoegen in het rond als leider van Bartertown. Het grootste verschil is dat Beyond Thunderdome veel meer plotgedreven is met wisselende locaties en ook wisselende allianties. Max zoekt naar zijn plek en uiteindelijk vooral naar rust in deze nieuwe wereld.
De Mad Max trilogie is pure adrenaline. De basisformule is eenvoudig en omvat vooral veel gevechten en achtervolgingen met auto’s (of iets wat maar kan rijden). De aantrekkingskracht is in essentie sensorisch: je kunt je hogere breinfuncties het beste uitschakelen tijdens het kijken. Maar die zintuigen worden dan wel maximaal aangesproken en daarbij is het opvallend dat de films, ondanks een zekere mate van repetitie, nooit routinematig aan doen. Elke actiescène straalt spontaniteit uit en de afloop is altijd onvoorspelbaar. Die spontaniteit en de inventiviteit waarmee dit alles is verfilmd maakt de trilogie tot een klassieker die je als schoolvoorbeeld van geslaagde actiefilms keer op keer kunt bekijken.
Gibson en Eastwood
Om nog even terug te komen op de vergelijking met Clint Eastwood. In de man der wet die gevaarlijk op de rand van de wet balanceert is een duidelijke parallel te trekken met Harry Callahan. Net als Dirty Harry is Max Rockatansky een getergd man die worstelt om de criminelen achter slot en grendel te krijgen zonder over de grens te gaan. Net als in The Outlaw Josey Wales maakt de zoektocht op de moordenaars van zijn gezin ongekende krachten los in een man die in principe aan de goede kant van de wet wil staan. En net als in Unforgiven gaat een man der wet grenzen over om het recht te laten zegevieren. Maar waar de oude Clint, wijzer geworden na jaren van jagen op criminelen, zich hardop afvraagt wat dat recht precies inhoudt, daar doet Mel er het zwijgen toe. Ook In The Road Warrior is de vergelijking sterk. Waar Mel Gibson door bedreigde burgers te hulp wordt geroepen om de slechterikken te bestrijden is die baan een vrijwel vaste voor Clint. Denk High Plains Drifter en Pale Rider, maar in vrijwel al zijn westerns is Clint de held die zijn acties sterker laat spreken dan zijn woorden. Wellicht is dat de grootste overeenkomst. Gibson snapt, ongetwijfeld geholpen door regisseur George Miller, dat de zwijgzame held die zijn acties niet van commentaar voorziet en een enigma blijft voor de kijker, een zeer krachtig personage is.
Universal brengt de drie films voor het eerst op Blu-ray in een origineel vormgegeven benzineblik maar zonder, op een interessant audiocommentaar bij The Road Warrior na, extra’s.