Zoals met vele pet projects het geval is durft Billy Bob Thornton niet in zijn eigen film te snijden. Veel scenes zijn te traag of gaan te lang door. Maar zijn laatste is wel een fijne film over de invloed van de oorlog en de problemen die veel families hebben om over gevoelens en verwachtingen te praten.
De auto uit de titel is die waarmee actrice Jayne Mansfield verongelukte in 1967. De beide patriarchen Jim Caldwell en Kingsley Bedford gaan het wrak bekijken als ze wat aan elkaar gewend zijn. De een gefascineerd, de ander beleefd geïnteresseerd. Beiden hebben ooit in WOI gediend, hun zonen zijn ze achterna gegaan in WOII en het lot van Jim’s kleinzoon lijkt onafwendbaar in Vietnam te liggen.
De hoofdlijn, de botsing tussen onbeschaafde Amerikanen en stijve Britten, is zo oud als de cinema zelf en daarom niet erg interessant. Maar het blijft een dankbare bron voor persoonlijke crashes, zowel die tussen de oudere generaties als de jongere. Thornton weet er eigen draai aan te geven door een aantal ontregelende scenes in zijn film te verwerken. Zoals de masturberende Skip die kijkt naar een naakte poëzie voordragende Camilla. Ook die waarin hij zich langzaam maar zeker zowel figuurlijk als letterlijk blootgeeft. En de al genoemde fascinatie voor auto-ongelukken van de oude Jim. Thornton weet een prettige mix neer te zetten van drama en humor die voortdurend schuurt en die tegelijk luchtig, droevig en dreigend is. Alle acteurs zijn uitstekend waardoor het een prettige zit is.