Als personage is Captain America de saaiste superheld die er bestaat. Maar hij is wel goed in het representeren van iets. In dit geval klassieke waarden als eerlijkheid, onbaatzuchtigheid, zelfopoffering en de kracht van het individu. Een individu dat in deze tweede Captain America film het onderspit dreigt te delven tegen de alziende en afschrikwekkende Big-Brotherkrachten van SHIELD.
Na de laatste Avengersfilm leek dit clubje superhelden op een dood spoor te komen. Alles was daarin al getoond en alle helden hadden hun moment of glory gehad. Hoe verder? Captain America: The Winter Soldier weet echter een mooie nieuwe twist aan het belang van de held te geven. Het gevaar komt namelijk niet van een obscure megalomane en in alles foute (buitenaardse) tegenstander, maar het komt van binnenuit. En dat gevaar is daardoor des te onzichtbaarder. CATWS mengt de superheldenfilm met de politieke thriller zoals die haar hoogtepunt beleefde in de jaren 70. Denk The Parallax View, Klute, 7 Days of the Condor en The Conversation. De politieke macht die hier het beste met de mensheid voor heeft zolang ze maar veel speelruimte krijgt is de werkgever van Captain America en sidekick Black Widow (een rol met wat diepgang en humor ditmaal voor Scarlet Johansson). Met zijn door de tijd gekoelde jaren 40 persoonlijkheid kijkt Steve Rogers heel anders aan tegen de voortgang van government surveillance en countersurgence. Als hij de enorme vloot van SHIELD ziet die de mensheid van haar vrijheid moet verzekeren, roept hij uit: ‘This isn’t freedom. This is fear.‘
De Winter Soldier is ondertussen een net zo anoniem figuur als CA, maar de kracht van de film zit dus in die geschetste botsing van superheld en paranoiathriller. Zover als de genoemde voorbeelden gaat CATWS niet in het doorvoeren van die paranoia, maar ik blijf tot het eind geboeid door de verwikkelingen. De grote bakken met CGI die er tegenaan gesmeten worden in een aantal scenes neem ik dan maar voor lief.